We hebben heel wat mooie herinneringen van onze reizen in de CamperVan. Mensen die we hebben ontmoet; dingen die we gedaan en meegemaakt hebben; “Weet je nog….,” En dan komen er verhalen.

Sommige over alledaagse gebeurtenissen die zijn blijven hangen en waar je nu glimlachend op terugkijkt. Zoals deze namiddag, toen ik bij het poetsen van de Van een oranje, rubberen kabeltje tegenkwam. Een onnozel ding dat ons echter in de weken in Roemenië en Bulgarije op heel wat momenten gered heeft om iets te fixeren of vast te binden. Lijkt banaal om je druk te maken over enkele kasten waarvan de sloten afgebroken zijn, denk je misschien. Maar in een rijdende Van heb je geen zin om nog een keer kopjes of borden naar je hoofd geslingerd te krijgen onderweg; of een losgeschoten vuilnisemmer die de etensresten over je hele huis uitkeilt.

Zo ook onze extra watertank van 5l die ons “redde” 3 jaar geleden in Hamme. Het was het eerste jaar in de Van, toen we permanent in de Van woonden en geen andere huisvesting hadden. We verbleven in Oost-Vlaanderen omdat we daar de hele week opdrachten hadden. De watervoorzieningen voor campers in de buurt waren afgesloten in de winter tegen de vorst. Geen probleem, want we hebben alles bij in de Camper dachten we; tot we zelf 1 week zonder water zaten omdat alle leidingen in de Van bevroren waren.

En dan komen natuurlijk ook de “straffe” verhalen: zoals 2 jaar geleden, in Denemarken, toen we bij de start van onze reis naar het noorden met onze CamperVan in een beek waren beland. Dit nadat we op een smalle landweg een tegenligger kruisten en hoffelijk zo ver mogelijk als we konden aan de kant gingen rijden. Bleek net iets te ver. En je merkt het pas als het te laat is en je weerloos moet toezien hoe de Van onder je “gewoon” de beek in schuift. Daar staken we dan, op de 3de dag van onze grote reis naar het noorden, in de beek. En, we konden er niet meer op eigen kracht uit. Die tegenligger was al lang weer weg. Gewoon de benen genomen of had die het misschien niet gezien, denk je dan nog even vergoelijkend. Moet zeggen dat je dan toch wel even denkt dat je afgesleept moet worden, naar huis. Reis over en uit. Gelukkig vonden we een eindje verder een boer (sprak alleen Deens), die we met handen en voeten hebben uitgelegd wat er was gebeurd en die bereid was een poging te doen om ons uit de beek te trekken met zijn tractor. ’t Was kantje boordje, met een eerste poging waarbij de kabel afknapte waardoor de Van weer een eindje verder de beek terug inzakte. Gelukkig kantelde hij niet en kregen we hem met veel geduld na de derde poging eruit getrokken. Na een veiligheidscheck bleek er gelukkig ook geen onherstelbare schade te zijn en konden we met z’n allen, in het begin nog stijf van de adrenaline, onze reis verderzetten.

“Spijtig dat we daar geen foto’s van hebben”, zeggen we dan altijd achteraf. En dat worden dan de herinneringen die terug opgehaald en verteld worden. ”Weet je nog….”